Natuurtalent Dalí. Een beknopte blik op zijn leven en werk.
SALVADOR DALI, GENIE en IMAGE BUILDER AVANT LA LETTRE
Een eigenzinnig mens, Salvador Dalí, kunstschilder en beeldhouwer. Hij typeert zich als een geniaal kunstenaar, ‘Omdat er in mijn tijd geen betere kunstenaars zijn’, zo stelt hij zonder blikken of blozen in een televisie-interview. Is hij genialer dan Vermeer? ‘Dat is geen tijdgenoot, maar nee, Vermeer is niet te evenaren.’ Ook niet door de Catalaanse kunstenaar. Wat een bescheidenheid…’Bescheidenheid is een deugd’, waarover ik niet echt beschik.’
Hij ontwikkelt zich tot fenomeen. Kan provoceren en choqueren; stoot hiermee velen af, zelfs vrienden, deze meester van het dadaïsme en surrealisme.
Dit genie mogen we ook gerust Image-Builder avant la lettre noemen. Hij verstaat de kunst het imago van absolute excentriekeling van zichzelf te scheppen, precies zoals hij gezien wil worden. Een uniek mens.
In zijn werk speelt Cadaqués, zijn Catalaanse dorp een rol van belang. Zijn werk is doorspekt van een, zoals ik het noem, ‘Cadaqués kader’. Cadaqués en Dalí zijn één.
CATALAAN
Salvador Dalí wordt geboren in Figueras, in Catalonië in 1904.
Een portret van Salvador Dalí met zijn ouders
Op z’n 13e gaat hij er naar de tekenklas in Figueres.
Hier een impressie van Cadaqués. Dalí maakte het werk als jongeling; op zijn 15e. Indrukwekkend.
REBEL
Op zijn 17e verliest hij zijn moeder. In 1921 gaat hij met zijn vader en zus naar Madrid waar hij, tot in 1924, naar de kunstacademie gaat. Het futurisme boeit hem en ook de ‘Italiaanse school’, maar hij vindt de focus van de academie te weinig innovatief. Hij volgt zijn eigen weg; is een harde werker, en ontwikkelt zich als excentriek en rebels figuur. In zijn jeugd was hij verlegen, wordt gezegd. Tegen de tijd dat hij zich als genie gaat bestempelen, kun je je dit nog nauwelijks voorstellen.
1924, Dalí student aan de kunstacademie in Madrid
Prachtig, dit werk van zijn zus aan het raam van zijn atelier in zijn ouderlijk huis (1925), zij is vaker thema van zijn werk. Romanticus wordt hij niet genoemd. Maar als ik naar dit werk kijk…
In 1928 schildert hij een sterk portret van zijn vader. Hij typeert hem als mens dat hem het meest intimideerde.
PARIJS
In 1926 gaat Dalí naar Parijs.
Is hij in zijn jonge jaren geboeid door het impressionisme en het kubisme, in zijn Parijse jaren komt hij in contact met Pablo Picasso en -in1929- met André Breton en richt zich op het surrealisme. Als surrealist vindt Dalí zich in Freud’s theorieën over het onderbewuste en creëert een wereld die vervreemdend werkt maar waarbij je gelijkertijd een soort van werkelijkheid vermoedt. Hierin kan hij zijn obsessies en angsten kwijt.
Hij raakt in deze jaren bevriend met Luis Buñeul die alles achter zich laat, en de kunst, de ultieme vrijheid opzoekt. Samen maken ze enkele experimentele, surrealistische films, waaronder Un chien Andalou.
In New York in het Museum of Modern Art (MoMa) zag ik één van zijn welbekende -surrealistische- werken van de smeltende horloges, een schilderij dat gaat over tijd, gemaakt in 1931. Ook hierin zie ik in de rotspartij op de achtergrond een duidelijke verwijzing naar Cadaqués.
In dit kubistische werk uit 1926, of moet ik het zien als neo-realistisch, zie ik de invloed van Picasso terug. Een imposante vrouw, liggend in het zand of wellicht op een rotspartij.
GALA
In 1929 ontmoet hij zijn geliefde en muze Gala. Een omstreden liefde. Gala was ouder dan Dalí, en bovendien reeds getrouwd. Zij verlaat man en kind voor Dalí. Dit moet één van de eerste werken zijn die hij van haar schildert. Gala wordt ook zijn manager. Hij maakt zo’n 50 schilderijen van haar.
GARCIA LORCA
Voordat hij Gala ontmoet, heeft Dalí een innige band met de Spaanse dichter, multi-talent Frederico García Lorca. Lorca wordt slachtoffer van de rechtse terreur: vermoord in de Spaanse Burgeroorlog. Typerend voor Dalí: hij heeft geen problemen met dit ‘afscheid’.
In 1938 schildert Dalí deze 3 gratiën.
Afschuwelijk gezicht van de oorlog. Een raak beeld, uit 1940. De kleuren bruin spelen een rol in de macabere sfeer die hij optekent. In de hoek rechtsonder, en dit is uniek, een afdruk van zijn vingers.
In zijn surrealistische werk zijn de harde schaduwen, de detaillering, het desolate landschap, onverwachte elementen en optische illusies dé kenmerkende Dalí-klassiekers.
Typerend zijn soms ook de lange namen die hij aan zijn schilderijen toekent.
USA – DALI EN DISNEY
In 1940 vlucht hij voor de Duitse bezetting uit Frankrijk. Hij trekt naar de V.S. en keert 15 jaar later, in 1955, terug naar Spanje.
In de VS is hij adviseur en tekenaar voor Walt Disney. Zo werkt hij ook aan de prachtige, korte, animatiefilm Destino, ‘Lot’. Destino zie ik als een brug tussen zijn Amerikaanse en Europese tijd.
Het Destino-project start in 1946; de film ziet pas in 2003, een hele tijd na zijn dood, het daglicht, De hand van Dalí is in deze film evident. Ik zie hierin parallellen met zijn schilderijen, zoals dat van Gala die hij weergeeft als een verschijning op rotsblokken, zijn smeltende uurwerken, het Spaanse landschap, de rotsen en verlaten stranden van Cadaqués.
DALI-MUSEUM
Net buiten Cadaqués, in Port Lligat, koopt hij met Gala een visserswoning; het huisje breidt hij door de jaren heen uit tot villa.
Sinds 1997 is zijn voormalige woning het Casa-Museu Salvador Dalí.
KLASSIEKE STIJL
Rond 1941 verlaat Dalí zijn surrealistische stijl en gaat over op meer universele thema’s. Religie en moderne wetenschap boeien hem.
3x Gala, Dalí laat haar verschijnen op rotsblokken, 1945
Galarina, geschilderd in 1945
De Madonna van Port Lligat, eerste versie, uit 1949. Mogelijk één van zijn beroemdste werken. De heilige maagd met Jezus op haar schoot. Zijn eerste religieuze schilderij. Waarschijnlijk een sleutelwerk nadat hij het surrealisme vaarwel zegt. Het kind, zoals ook de maagd, met een raam in het lichaam als symbool voor het transcedente.
De opzet met de losse onderdelen, noemt hij atomaire schilderkunst. Hij vindt de zwevende ruimte uit. De kunstenaar is geschokt door de atoombom in Hiroshima. In zijn nieuwe fase, na de oorlog, weet hij zich gevoed door het classicisme, dit wordt de basis voor het uitdragen van een nucleaire mystiek, als vervolg op de psycho-analyse. In zijn optiek is de mystiek het ergste dat een surrealist kan overkomen. Zoals ook eerder, onderzoekt hij de wereld met een paranoïde kritische methode. De 2e versie van dit werk maakte Dali in 1950. Gala staat model staat voor de maagd Magdalena. Gala als godin van de metafysica. Een kind uit zijn geboortedorp is model voor Christus.
Madonna van Port Llligat, 1969, klein bronzen sculptuur -in een oplage van 350 stuks
MIJN LEVEN ALS GENIE
In 1967 publiceert hij het boek Mijn leven als genie.
Hij zegt: ‘Als je voor genie speelt, dan word je er een’. Hij ziet zijn visioenen en ideeën als geniaal; niet zozeer datgene wat hij in de kunst neerzet. Hij blijkt bescheidener dan ik denk.
GROOTSTE VREUGDE
‘Iedere morgen als ik wakker word, is mijn grootste vreugde dat ik Salvador Dalí ben,’ zegt hij in een interview. Dalí overlijdt in 1989 in Figueres, aan een hartstilstand. Zijn gedachtengoed blijft springlevend en is wereldwijd, in musea, te bewonderen. Onder meer in zijn thuisland Spanje: in Figueras, Port Lligat, Púbol; en in Madrid in het Museo Thyssen-Bornemisza. In Florida. In New York: onder andere in het Guggenheim en het Museum of Modern Art. In Italië, Frankrijk en België; in Nederland in Boijmans van Beuningen.
Dalí, een zelfportret. Zónder zijn typerende snor.
Kunstenaar Dalí en Gala in Dalí’s surrealistische periode.